GASTBLOG: DEEL 1
Zoals ik al eerder in een blog beschreef, kreeg mijn man op 30 jarige leeftijd een herseninfarct. Vandaag schrijft hij zijn eerste gastblog over hoe hij zijn herseninfarct ervaren heeft.
Een kribbige chagrijnige opa van dertig jaar oud. Zo voelde ik mij. Niet de gezondste geestelijke staat voor een jonge vent. Toch ben ik blij dat ik me zo voel. Ik leef nog. En ik heb absurd veel geluk dat ik er zo bij zit na een herseninfarct. Het is september 2016 en op het ziekenhuisbed staat mijn naam. Ik, de man van Chaya.
Als ik terug kijk op mijn leven, dan schijnt altijd de zon. Herinneringen van vroeger krijgen meer kleur en intensiteit in de warme omgeving van de zomerzon. Ik houd van de zomer. Het doet al mijn negatieve en kou uit herinneringen verdampen. Het intense van de zomer strookt met mijn karakter: Ik beleef het leven intens. Met al mijn zintuigen ervaar ik de wereld zo goed als ik maar kan. Zelfs toen ik kwijlend op een ziekenhuisbed lag, kon ik genieten van brede zonnestralen die vanuit het westen met een oranje gloed tussen de donkere wolken doorschenen. Of de mooie grote ogen van Chaya, die zorgelijke meerdere keren per dag op de STROKE-afdeling in het ziekenhuis arriveerde, om mij te bezoeken.
Sommigen noemen mij een Golden Boy. Waarom? Lastig om zonder kapsones te vertellen. Kort door de bocht zien mensen een grote goedlachse vent met een charmante vrouw, een mooi gezin, goede baan en een huis en een auto. Een vent die het geluk aan zijn zijde lijkt te hebben. Ik vertel verhalen met een glimlach en zorg voor een goede sfeer. Die energie zit in mijn karakter. Dat heb ik van mijn vader. Mijn vader was charmant en kon met zijn uitstraling een donkere kamer verlichten. Zijn blauwe ogen en charismatische humor maakten zijn persoon onmisbaar in mijn leven. Daarom mis ik hem. Mijn vader overleed op mijn 18e, maar leeft door in mijn herinnering.
Sommige mensen kopen een staatslot, bidden en winnen tien miljoen. Dat voelt als ultiem geluk. Zelf heb ik nooit zak geld gewonnen of gekregen. Ik werk hard vanaf mijn jeugd en heb mijn eigen leven opgebouwd. Zonder ouders, zonder kennissen of vrienden, maar wel met mijn eigen winnende lot. Mijn vrouw Chaya. Ontmoet vijf maanden nadat ik mijn vader verloor, bracht zij weer licht in mijn donkere kamer. Ze was mijn reddingsboei in een stormachtige nacht op zee. Met windkracht tien kon ik aan haar vasthouden en overleven. Ook tijdens en na mijn herseninfarct was Chaya de beste hoofdzuster, supermoeder en rolstoelchauffeuse die ik maar kon wensen.
Een herseninfarct schiet meestal in het hoofd als een bliksemschicht in een boom. Vanuit het niets volgt er kortsluiting en vallen je hersenfuncties uit. Je kunt en ervaart niets meer. In één klap beschadigen je hersenen en raak je, tot op zekere hoogte, voor je rest van je leven gehandicapt. Bij mij ging het anders.
Al weken had ik last van een slapend rechterbeen. Wat uitstraalde naar een slapend en gevoelloos rechterarm. Ook was ik moe en voelde me soms overprikkeld. Alsof ik met mijn hoofd in een magnetron had gezeten. Mijn hersenen gloeiden. Hinderlijk maar niet zorgelijk, dacht ik. Wellicht had ik iets te veel stress door de veeleisende job die ik uitoefen. Of ik moest wat meer gaan bewegen, wat door tijdgebrek niet echt in mijn leefschema paste? Iets anders kon ik mij niet inbeelden.
Via de huisarts werd ik doorverwezen naar de Neuroloog. Een aardige blonde vrouw van halverwege 40 die mijn lichaam onderzocht alsof ik kreupel was. Het onderzoek bracht geen duidelijkheid. Alle fysieke testjes kon ik uitvoeren of voelen. Van satéprikkers onder mijn voet, tot het wegdrukken van de neurologe met mijn been. De kracht van het wegdrukken met mijn been was zelfs nog zo goed, dat de neurologe wankelde en zich moest fixeren tegen de muur. “We maken volgende week een MRI scan om meer duidelijkheid te verschaffen”, zei ze. Prima, want een MRI scan fileert je lichaam als plakjes kipfilet op het beeldscherm. Positief als ik was ging ik weer naar mijn werk en vervolgde ik de routine van mijn leven. De klachten leken dat weekend zelfs te verminderen: Het ging zelfs zo goed dat ik mijn buurman hielp met het sjouwen en opbouwen van een betonnen BBQ op een hete dag in augustus. Fijn dacht ik, het gaat de goede kant op.
Totdat ik ’s nachts wakker werd met vreemde hoofdpijn. Meestal ga je slapen als je last hebt van hoofdpijn en word je fruitig wakker. Ik werd dus wakker en voelde me verward. Ik vroeg Chaya om paracetamol, iets dat ik nog nooit eerder heb gedaan. Mijn hoofd explodeerde en mijn ik voelde een vreemde kramp in mijn nek. Twee witte tabletjes naar binnen en snel weer doorslapen. Dat leek me het beste.
De wekker ging af en dat voelde vroeger als normaal. Een baaldag voelde nog nooit zo voorhanden, maar dat gaat tegen elke vorm van mijn moraal in. Vaste routine douchen, kindjes wakker maken en opfrissen. Allemaal aan de ontbijttafel zoals iedere doordeweekse dag. Maar toch voelde deze dag anders. Ik zag vlekken in mijn beeld en was moe. Gewoon doorgaan, dat is wat ik wilde. Geen tijd voor onzin in mijn leven.
In de ochtend vroegen collega’s mij meerdere keren om mijn zin te herhalen. Ik betrapte mezelf op het binnensmonds praten. Praten kosten me meer energie dan normaal. Mijn beeld werd vager en schermstellen op mijn monitor ging steeds lastiger. Mijn baas liep langs en vroeg of het wel ging. Voordat ik helder kon antwoorden zei hij gelijk:” ga naar huis en stap je bed in.”
Op weg naar huis reed ik over de snelweg op de A1 richting Amsterdam. De hit van Omi met ‘Cheerleader’ hoorde ik op de radio. Normaal zong ik dit nummer mee, het liefste met mijn kinderen. Maar tijdens het refrein met trompet moest de radio uit. Rust, stilte. Ik kon niks meer hebben. Thuis aangekomen snelde ik mij naar bed. Als een dorstige kameel naar een oase in de woestijn. Bedrust leek mij de oplossing voor het ongemak. Ik sliep de hele middag, avond en nacht. Ongebruikelijk voor een gezonde vent van 30 jaar.
Lees verder: DEEL 2
2 thoughts on “Na mijn herseninfarct voelde ik me een chagrijnige opa van 30”